Beloften voor gelovigen! Een preek over Psalm 103,11 (2 van 17)

Liturgie preek ochtenddienst over Psalm 103,11 (transcript)

-GKv Loppersum-Westeremden, 22-09-2013

Komen tot de Here

Oproep om de Here te aanbidden, Johannes 1,12-13

Stil gebed

Votum/zegengroet

Aanbidding:

-Psalm 34,1 ‘Ik zing voor God de Heer’

Schuldbelijdenis en genadeverkondiging met Psalm 130

Zingen Psalm 34,4-5 ‘Vrees God, de Heer, die leeft’

GK 145,3-4 Heer onze God, hoe heerlijk is uw Naam’

Gebed om verlichting met de Heilige Geest

Luisteren naar de Here

Kinderen van de basisschoolgroepen 1-2 naar de KinderBijbelClub en leren over hetzelfde thema als de volwassenen.

Bijbellezing(en), zie onder 

Verkondiging, thema, zie onder, gebed

Tussenzang Psalm 111,5 ‘De Here heeft zijn volk gered’

Zingen Psalm 111,6 ”t Begin van ware wijsheid is’

Wet van God

Geven aan de Here

Dank- en voorbedegebed   

Aankondiging overige mededelingen en bestemming collecte

Inzameling gaven

Gaan onder de zegen van de Here

Zingen E&R 112 ‘Eens zal op de grote morgen’

Zegen

Leesgedeelte(n): Psalm 103 en Gal 4,1-11

Tekst: Psalm 103,11

Preekthema: ‘Beloften aan gelovigen!’

We zijn vorige week begonnen aan een serie inleidende preken over Gods beloften.

Vorige week ging het over: 1. wat Gods beloften zijn, 2. welke soorten beloften er zijn, en 3. wat je als gelovige motiveert om in Gods beloften te geloven.

Ik houd ervan om dingen te herhalen, dat doe ik niet voor niks, want dan zie je namelijk de lijn.

Als er geen lijn in zit, ziet u ook niet waar het naartoe gaat. Het eerste wat we vorige week gezien hebben, is: wat zijn Gods beloften.

Wat zijn Gods beloften?, een definitie: ‘Gods belofte een verklaring van Gods liefde is, waarmee Hij ons goede dingen wil geven en kwaad bij ons wil weghalen.’

Wat betreft 2, we hebben gezien dat er twee soorten beloften zijn, dat hebben we gezien met Psalm 145,9: beloften aan de hele wereld, en beloften aan gelovigen.

Het derde wat we vorige week gezien hebben, we stonden stil bij het woordje ‘vrezen’.

En we zien dat vanmorgen ook in Psalm 103,11, we kwamen vorige week bij deze vraag: wat motiveert je om in Gods beloften te geloven?

Als je Psalm 145,9 deze week geleerd hebt – ik heb je vorige week aangemoedigd om dat te doen, ‘Goed is de Here voor alles en allen, Hij ontfermt zich over heel zijn schepping’.

Wat motiveert je om Gods beloften te geloven?, is het dan dat je ziet in Psalm 145,9 leest: ‘de Heer is goed’, OK en als ik dat dan weet…

…dan voel ik dankbaarheid, en omdat ik dankbaarheid voel, ga ik in Gods beloften geloven.

Maar we hebben gezien, het is niet dankbaarheid waarmee het leven met de Here begint, wat ons helpt, motiveert om in Gods beloften te geloven.

Het gaat hierom: dankbaarheid is goed, christenen zijn dankbare mensen, de Bijbel verwacht ook dat we dankbare mensen zijn.

Maar dankbaarheid hoeft mij er nog niet toe te brengen om in Gods beloften te geloven, ik kan dankbaar zijn, maar het gevoel dankbaarheid nog niet de garantie, is nog niet sterk genoeg dat je gaat vertrouwen op Gods beloften.

En daar heb je het, ik kan dankbaar zijn voor wat ik heb gekregen van God, maar dankbaarheid kijkt terug naar wat de Here gegeven heeft…

…maar geloof kijkt vooruit naar wat de Here gaat geven, er is iets diepers, iets fundamentelers nodig, en dat is ‘vrees voor God’, en vrees is een ander woord voor eerbied, respect.

Om het anders te zeggen: als je niet gelooft, is je probleem niet ondankbaarheid, maar dat je geen ontzag toont voor de Here.

Niet geloven, je probleem is dan niet ondankbaarheid, maar geen respect voor de Here.

In Pred 12,13 staat: ‘alles wat je gehoord hebt, komt hierop neer: heb ontzag voor God en leef zijn geboden na’, vanmorgen gaan we  kijken naar Psalm 103,11.

Thema: ‘Gods beloften voor gelovigen!’

  1. Wat betekent om de Here te vrezen?
  2. Hoe leef je als je de Here vreest?
  1. Wat betekent het om de Here te vrezen?

Met Psalm 145,9 hebben we gezien dat er twee soorten beloften zijn: de Here God belooft voor heel schepping te zorgen, de Here is begonnen aan de wereld, en Hij maakt het af.

De Here God geeft ook beloften aan ‘wie Hem vrezen’, en dat is direct het antwoord op de vraag: voor wie zijn Gods beloften?

Psalm 103,11 geeft direct het antwoord, wie mogen zich Gods beloften toe-eigenen?

Je krijgt in de Bijbel 100-en beloften, wie mag z’n hand op die beloften leggen en daarvan zeggen, die zijn van mij?

Wie zijn dat?, dat zijn mensen die de Here vrezen, Gods beloften zijn alleen voor Gods kinderen, voor Gods eigen kinderen – een voorbeeld daarbij.

Cathelijne en ik zorgen voor onze kinderen, en alle ouders vanmorgen voor hun eigen kinderen zorgen, je brengt je eigen kinderen naar school, je smeert brood voor je kinderen en niet voor die van anderen, je betaalt schoolgeld voor je eigen kinderen en niet voor die van de buren.

Je doet als moeder de was voor je eigen kinderen – je snapt wel, als ouders zorg je in het bijzonder voor je eigen kinderen, en zo zorgt de Here God in het bijzonder voor zijn eigen kinderen.

Zoals een vader en een moeder voor hun eigen kinderen zorgen, zo zorgt de Here in het bijzonder voor zijn eigen kinderen.

Dat zie je in die beloften van de Here, die zijn speciaal voor Gods eigen kinderen.

Deze beloften zijn speciaal aan jou gericht, je mag je eigen naam ervoor zetten, en zeggen: ‘die zijn voor mij!’ 

En waar moet je dan aan denken?, ik geef een paar voorbeelden van beloften die de 

Here geeft: Psalm 55,23, ‘Leg uw last op de Heer en Hij zal u steunen, nooit zal Hij dulden dat een rechtvaardige ten val komt’.

Heb je zorgen of problemen?, leg je last dan op de Here, want dan zal Hij ervoor zorgen dat je er niet aan onderdoor gaat.

Jesaja 40,31, ‘wie op de Heer hoopt, krijgt nieuwe kracht, hij slaat zijn vleugels uit als een adelaar, hij loopt, maar wordt niet moe, hij rent maar wordt niet uitgeput’ – is een belofte van de Here.

1 Johannes 1,9, ‘als wij onze zonden belijden, dan zal Hij die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad’.

Dat is een belofte die de Here alleen aan zijn kinderen geeft, niet aan ongelovigen.

Dat zijn voorbeelden van beloften die de Here exclusief/alleen aan gelovigen en hun kinderen geeft – en zo zijn er nog veel meer te noemen.

Zoals hier in Psalm 103,11 staat, zijn deze beloften alleen voor ‘wie Hem vrezen’, en daarom nu deze vraag: wat betekent dat?

‘Zoals de hoge hemel de aarde overspant, zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen’, Psalm 103,11.

Wie Hem vrezen, hoor jij daar ook bij?, kan van jou gezegd worden dat je de Here vrees?

Eerst een voorvraag, want er zijn er vanmorgen die moeite hebben met dat woord, ‘vrezen’, en ze vinden dat een lastig woord omdat ze bijvoorbeeld in de Bijbel vinden: ‘De liefde laat geen ruimte voor angst, volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf’, 1 Joh 4,18.

En er staat ook in de Bijbel: ‘vrees niet, want Ik ben bij je’, het is dan misschien zo dat in het OT gevraagd wordt dat we ‘de Here vrezen’, maar dat geldt niet voor gelovigen uit het NT, vrezen is niet meer iets voor ons.

Vrees hoort niet meer bij het christelijke leven, want de liefde van God is ons meer dan aan OT-ische christenen geopenbaard in de Here Jezus.

Klopt dat?, nee, dat klopt niet, je mag geen tegenstelling maken tussen het OT en het NT, tussen gelovigen in het OT en die in het NT.

Voorbeelden dat het niet klopt, in Rom 11,20 staat: ‘wees daarom echter niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God’, dus: vrees de Here.

Filipp 2,12: ‘Blijf u inspannen voor uw redding en doe dat in diep ontzag voor God’.

1 Petr 1,7: ‘u moet tijdens uw leven als vreemdeling ontzag voor God de Vader hebben’.

1 Petr 2,17: ‘Houd iedereen in ere, heb uw broeders en zusters lief, heb ontzag voor God en eerbied voor de keizer’.

Hand 9,31: ‘in heel Juda en Galilea en Samaria leefde de gemeente in vrede en kwam tot bloei. De gelovigen leefden in ontzag voor de Heer’.

Conclusie, de Here vrezen geldt dus ook nog voor christenen uit het NT, voor ons vandaag.

Daarom deze vraag: wat betekent het?, wat is dat, de Here vrezen?

Als in de Bijbel staat dat je ontzag moet hebben voor de Here God, dan betekent dat dat je niet dat je nog angst voor de Here moet te hebben, alsof God nog je vijand is.

Dat is het punt waar het om gaat, ‘alsof de Here nog je vijand is.

Maar het betekent dat je de Here moet naderen uit diep ontzag en eerbied omdat Hij uit genade niet langer je vijand is, maar voor je is, zoals staat in Rom 8,31.

Geen angst voor de Here alsof Hij je vijand is, maar heb respect voor Hem omdat Hij je genadig is!

En vrees Hem ook omdat Hij oneindig in majesteit is.

Staat dat id Bijbel dat je de Here moet vrezen omdat Hij niet langer onze vijand is?

Ja, in Psalm 130,3-4 staat: ‘Als u de zonden blijft gedenken, Heer, Heer, wie houdt dan stand? Maar bij U is vergeving, daarom eert men U met ontzag’.

In onze Psalmen staat: ‘opdat U gevreesd wordt’ – ‘maar bij U is vergeving opdat U gevreesd wordt’.

Dus daar wordt de link van God tussen de vergeving, de genade van God, en het gevolg is dat we de Here vrezen.

Die link, daar gaat het om, als je dat vanmorgen snapt, heb je het begrepen.

Zie je het?, de Here God was onze vijand, en voor wie niet tot de Here komt of is gekomen, is de Here en blijft de Here een vijand.

Joh 1,13: ‘maar wie Hem wel ontvingen en in zijn Naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven kinderen van God te worden’.

De Here was onze vijand om onze zonden, willens en wetens hebben wij ons tegen God gekeerd, en dat doen we nog dagelijks, maar wat heeft de Here God gedaan?, de Here biedt vergeving aan voor al die zonden die je dagelijks doet, door het offer vd Here Jezus.

Zie je wat er staat?, ‘bij U is vergeving OPDAT U gevreesd wordt’, genade is gekomen, staat er in Galaten, daarom: ‘vrees de Here’.

Zo ontzettend mooi als je dat ziet, als dat duidelijk wordt, valt alles op z’n plek.

Omdat de Here zo genadig is, terwijl wij daarom niet hebben gevraagd, wij gingen onze eigen gang, blind voor wie de Here is, maar omdat de Here het wil, vrees Hem daarom omdat Hij zo’n God is, heb daarom respect omdat Hij je genade geeft en je niet aan je zonden overlaat en je niet laat vallen in je val in zonde.

Wat betekent dus ‘de Here vrezen’?, vrees betekent dus niet: meer afstand komt, nee, vrees betekent minder afstand.

Het is de manier waarop we de Here naderen, het is niet meer angst, de Here is niet meer je vijand, ik durf dichterbij te komen omdat Hij mij genadig is, en mij vergeven heeft, daarom durf ik Hem te naderen.

Hebr 11, nader daarom omdat de Here zijn Zoon heeft gegeven, we hebben een Priester in de hemel.

De vraag voor dit punt was: wat betekent het om de Here te vrezen?, niet bang voor Hem zijn alsof Hij je vijand zou zijn, maar vrees Hem juist omdat Hij je Redder is, en vrees de Here ook omdat Hij oneindig is in majesteit en macht.

Rom 8,31: ‘Als God voor ons is’, oftewel, God is voor ons – we gaan eerst zingen Psalm 111,5

[tussenzang: Psalm 111,5]

2. We zijn toe aan de tweede vraag: hoe leef je als je de Here vreest?

Want dat is natuurlijk nu belangrijk, maak het eens concreet.

Het antwoord op die: hoe leef je als je de Here vreest?, vind je in de verzen 17-18: ‘Maar de Here is trouw aan wie Hem vrezen, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Hij doet recht aan de kinderen en de kleinkinderen, van wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft’.

Dit is de kern, de Here vraagt van u, en jou, en mij dat wij ons houden aan zijn verbond, en wat betekent dat dan?

Dat staat hier in de verzen 17-18, dat er van de vaders op de kinderen en kleinkinderen wordt doorverteld wie de Here is.

‘Hij doet recht aan de kinderen en kleinkinderen van wie zich houdt aan zijn verbond en naar zijn geboden leeft.’

Dat vraagt Here God van ons, dat we als gemeente die focus hebben, dat de vaders en de mannen de verantwoordelijkheid nemen om de kinderen te leren wie de Here is – de vaders en de mannen?

Kijk maar naar vers 13 (ik zuig dat echt niet uit mijn duim): ‘zoals een vader zich ontfermt over zijn kinderen, zo ontfermt zich de Here over wie Hem vrezen’.

Hier wordt concreet gemaakt wat in de verzen 17 en 18 staat, en hier in vers 13 staat: als je een goede vader ziet, zie je twee dingen.

Allereerst zie je dat de Heilige Geest aan het werk is in die man, en twee, dan zie je wie God de Vader is, [vers 13].

Mag ik de vaders eens vragen, hoe ben je vader?, de Here God heeft het vaderschap bedacht met als doel dat zichtbaar wordt wie Hij is.

Daarom mag je vader zijn, dat is het doel van vader zijn, daarom heb je kinderen gekregen.

Dus daarmee begint het, een man die de Here vreest en kinderen krijgt, moet niet zelf uitzoeken wat ‘ie met z’n kinderen doet, hoe hij zijn kinderen opvoedt, nee, de Here zal later aan je vragen of je aan je kinderen hebt laten zien wie Hij is, of je dit als het allerbelangrijkste vond.

De Here God zal de op de dag van de wederkomst niet vragen hoe geweldig je booming carriere was, dat is slechts een middel tot een hoger doel.

Het doel is dat er brood is op de plank, de vraag is of je als vader de Grote Vader in de hemel hebt laten zien.

Ben je christen en ben je vader?, dan heb je kinderen gekregen om de verantwoordelijkheid te nemen Gods vaderschap te laten zien.

Doe je dat niet?, zeg je dat je dat niet durft?, dan heb je of geen ontzag voor de Here of te weinig respect voor Hem, want je gehoorzaamt Hem dan gewoon niet, dan is bekering op z’n plek, want je bent de Here ongehoorzaam.

En als je dan in de Bijbel kijkt naar wat vaderschap is, dan geldt dat niet alleen voor de vaders en de mannen, ik las bij Henri Nouwen – ik heb dat laatst al eens eerder genoemd – hij schrijft: je hoeft geen kinderen te hebben om vader te zijn.

In de gelijkenis van de Verloren Zoon, in het boek ‘Eindelijk thuis’, laat Nouwen zien dat vader-zijn is dat je hoop geeft, dat je iemand perspectief geeft.

Dat je leven geeft, dat is ruimte om je heen hebben: ik waardeer je om wie je bent’, de Here vraagt van ons dat wij dat allemaal hebben.

Maar hoe doe je dat als vader?, het antwoord op die vraag staat in 14, ‘want Hij weet dat wij uit stof zijn gevormd’.

Deze tekst wordt wel eens gezien als een algemeen gezegde over sterfelijkheid, ‘we sterven allemaal’, dat is het ook, maar wat je hier leest gaat om de volgende geslachten, je moet doorlezen van de verzen 15-16 naar de verzen 17-18.

‘Wij mensen zijn als stof’, maar ‘de Here is van eeuwigheid tot eeuwigheid’, wat betekent dat voor onderwijs aan je kinderen?

Als vader moet je weten: ‘mijn tijd is kort op aarde, ik heb mijn kinderen maar heel kort bij me’ – hoeveel jaar is het?

Het is maar heel even dat je ze dingen kunt meegeven en daarna moet je ze loslaten.

En de vraag is dan: hoe gebruik je die tijd?, neem je je verantwoordelijkheid die de Here je geeft, hier in Psalm 103,17-18?

Ben je in de korte tijd dat je je kinderen bij je hebt, ben je hiermee bezig met te laten zien wat Gods vaderschap is?

Of – omgekeerd – ben je bezig met de goden van onze maatschappij, de goden van carriere, geld en invloed?

Als je weet dat je ‘van stof’ bent, vers 14, zegt David, dan ga je de tijd die je hebt, goed besteden.

Dan ga je je tijd besteden zodat het tot zegen is voor een volgende generatie.

De goden van deze maatschappij zorgen ervoor dat mensen egoistisch leven, ik-ik-ik en de rest mag stikken.

Het gevolg voor vaders is dat ze hun kinderen aan hun lot overlaten, want ik ben belangrijker dan mijn kinderen.

Maar als je de Here vreest, staat hier in Psalm 103, weet je dat je weinig tijd hebt om je kinderen mee te geven wat je ze moet meegeven, want je kinderen zijn van de Here.

Je bent op aarde om je leven af te leggen voor de Here God, dat is Hem vrezen.

‘Neem je kruis op en volg Mij’, dat is precies hetzelfde.

Het gaat niet om jou, jij bent niet belangrijk, maar de Here is belangrijk, het gaat om Hem.

Jij bent belangrijk voor de Here in zoverre je je leven aflegt om zijn geboden te gehoorzamen, de Here te vrezen, te doen wat Hij vraagt.

Dan ben je bruikbaar voor de Here, door je kinderen op de Here te wijzen.

Vanavond is de startavond van de catechese, de verenigingen beginnen weer, dat is allemaal belangrijk werk.

De vraag is: ‘wat voor gemeente zijn wij?’, een gemeente waarin Gods vaderschap zichtbaar wordt?

Waarin we ruimte hebben voor elkaar, waarin we perspectief hebben voor elkaar?

Vergeving geven aan elkaar, of het tegenovergestelde, elkaar de maat nemen, geen perspectief geven, geen ruimte hebben voor elkaar.

Dan laten we elkaar niet het vaderschap van de Here zien, maar het doel wat de Here hier aan ons geeft is: zo liefdevol als een vader is voor zijn kinderen, zo liefdevol is de Here voor wie Hem vrezen’.

Wat hebben we gezien?, dit: Gods beloften zijn voor gelovigen!

Psalm 103,11 zegt: ‘zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen’, de Here vrezen is met de definitie van Tim Keller: ‘dat je God verwonderd (om zijn onverdiende genade) moedig nadert (want ik mag zijn kind zijn)’.

Niet bang alsof je nog een slaaf bent, alsof de Here nog je vijand is, maar met nederigheid naderen.

De Here vrezen is werk van de Heilige Geest, Die in je hart en leven aan het werk is.

Het is genade die je gegeven wordt, op gebed, de Here te kunnen vrezen.

In Hebr 12,28 staat: ‘we hebben de genade gekregen dat we God zo mogen dienen dat Hij er behagen in schept met eerbied en ontzag’.

De Here naderen met eerbied en ontzag is niet iets wat wij vanuit onszelf doen of kunnen, maar wat de Heilige Geest op je hart legt, door berouw en bekering.

Door te ontdekken dat je uit genade mag komen, tot die Heilige God alleen.

Het gevolg is, zegt Psalm 103, dat je gehoorzaam bent – omdat de Here dat vraagt, doe ik het gewoon.

Geen water bij de wijn, niet sjoemelen met Gods geboden, geen discussie met God aangaan: ‘wil ik dit?’, dat is niet belangrijk.

Nee, want de Here vraagt dit namelijk van me – ‘zo welft zich zijn trouw over wie Hem vrezen’.

Laten we bidden

Gepubliceerd door Gerwin Pruijssen

Plattelandspastor in Valthermond, Drenthe

Plaats een reactie

MJSchuurman

geloven, christelijk geloof, theologie, reformatorische traditie

Church History Review

Bite-sized chunks of yesterday to inspire faith today, with Lex Loizides

Musings on Faith and Psychology

Thoughts on life and the world around me

Allkirk Network

Where Presbyterian faith meets postmodern culture.

Reformedish

incompletely reformed thoughts on God, ministry, and life

James Eglinton

Meldrum Senior Lecturer in Reformed Theology, University of Edinburgh

TheologiePlus

Dolf te Velde / theoloog - docent - onderzoeker

M. Lane Harrison

a rebel heart arrested by grace

Alastair's Adversaria

flotsam, jetsam, messages in bottles

Young Restless Reformed Blog

Christian Musings and Book Reviews from a Singapore YRR (Young, Restless and Reformed)

Willem-Jan de Wit

Theoloog in Egypte

Wes Bredenhof

A Reformed Christian blog and resource page

Having All That Matters

A Faith-Based Contribution to the Lean In Discussion

The Puritan's Woodshop

wrest now, rest later

Eclectic Orthodoxy

Apokatastasis is but the gospel of Christ's absolute and unconditional love sung in an eschatological key

Leadership, Stewardship & Discipleship

Gedachten over het uitleven van LSD, maar dan anders

THE END OF GOD

faith after religion